Woodrow Wilson

Woodrow Wilson

Inleiding

Wilson, Woodrow (voornamen voluit: Thomas Woodrow) (Staunton, Va., 28 dec. 1856 – Washington D.C. 3 febr. 1924), Amerikaans staatsman en president van de Verenigde Staten van 1913 tot 1921. Hij was een zoon van een presbyteriaanse predikant in het zuiden. Wilson studeerde rechten en staatsinrichting en promoveerde in 1885 op een proefschrift dat hem bekend maakte, getiteld Congressional government. Daarin uitte hij zijn bewondering voor het Britse parlementaire systeem. Wilson wijdde zich aan het onderwijs en werd hoogleraar in Princeton (1890). Als president van deze universiteit (1902; 1910) trok hij de aandacht door zijn leiderskwaliteiten en hervormingen van de onderwijsmethoden.

In 1910 werd hij in de staat New Jersey gekozen tot gouverneur. Weer bleek hij een hervormer en daarom werd hij in 1912 kandidaat voor het presidentschap voor de Democratische Partij (Democratic Party). Hij won de verkiezingen en toonde als president al spoedig wat hij waard was.

New Freedom

Zijn programma van new freedom was echt liberaal, gericht tegen de belemmeringen die de trusts aan het vrije spel van de economie oplegden. Maar met zijn maatregelen ging hij verder dan een herstel van het liberalisme. Door hem begon een ingrijpen van de staat in het maatschappelijk bestel, dat van blijvende invloed zou zijn. Via wetten werden de tarieven eindelijk verlaagd, kwam er controle op het bankwezen (door het Federal Reserve System) en werden de vakbonden erkend.

Eerste wereldoorlog

De grote problemen lagen op het gebied van de buitenlandse politiek, m.n. na aug. 1914. Wilson proclameerde een absolute Amerikaanse neutraliteit, maar benadrukte tegelijkertijd de rechten van vrije handel en scheepvaart voor zijn land. Zo moest Amerika wel bij de Eerste Wereldoorlog betrokken raken. Dit dreigde al, toen in mei 1915 het Engelse schip Lusitania werd getorpedeerd, waarbij Amerikaanse passagiers als slachtoffer vielen. Met scherpe nota’s dwong Wilson Duitsland toen tot inbinden.

Wilson wilde komen tot een Amerikaanse bemiddeling in de strijd. In jan. 1917 hield hij zijn rede over ‘peace without victory’. Toen de Duitsers echter de onbeperkte duikbootoorlog proclameerden (1 febr. 1917), verbrak Wilson de diplomatieke betrekkingen, maar het kwam pas tot oorlog toen de Duitsers inderdaad diverse Amerikaanse schepen tot zinken brachten en bovendien een geheim Duits telegram, gezonden door de Duitse minister Zimmermann aan de Duitse gezant in Mexico, bekend werd, waarin Duitsland aan Mexico de teruggave van Californië en Texas in het vooruitzicht stelde. De publieke opinie werd daardoor gunstig gestemd voor oorlog en op 2 april 1917 hield Wilson zijn rede in het Congres waarin hij oorlog met de Duitse regering, maar niet met het Duitse volk aankondigde. Tijdens de oorlog bleef Wilson zijn eigen koers gaan, in jan. 1918 kondigde hij zijn 14 punten af, een liberaal program voor de wereldvrede.

Volkenbond

In december 1918 ging Wilson naar Europa om vrede te stichten. In de oude wereld werd hij begroet als een vredesapostel, maar tijdens de onderhandelingen in Parijs kon hij niet op tegen de gewiekste ervaring van Clemenceau en Lloyd George. Doch hij troostte zich bij ieder compromis, dat hij het met de Volkenbond wel weer in orde zou brengen. Hij stond er daarom op dat de stichting van de Volkenbond gekoppeld zou zijn aan het vredesverdrag. Toen hij echter met deze resultaten terugkwam in de Verenigde Staten, verwierp de Senaat ze. Wilson richtte zich nu rechtstreeks tot het volk; in een uitgebreide tournee legde hij uit welke idealen hem bezielden. Onderweg werd hij door een beroerte getroffen en daarna was hij niet meer in staat leiding te geven. De Senaat bleef bij zijn besluit en Amerika keerde terug in het oude isolationisme. Bij de verkiezingen van 1920 won de Republikein Harding, waaruit bleek dat ook het volk niet achter Wilsons dromen stond.

Over Wilsons tragische ondergang is veel geschreven. Het is zeker dat een grotere bereidheid tot compromis zijn zaak gered zou hebben. Het blijft vreemd dat een zo bekwaam leider zo moest falen. De betekenis van de falende held moet worden gezien in zijn profetische allure. Met al zijn fouten en gebreken was hij toch de eerste grote staatsman die de weg naar een betere wereldorde wees. In 1919 kreeg hij hiervoor de Nobelprijs voor de vrede.