Andrew Johnson

Andrew Johnson

Johnson, Andrew (Raleigh, N.C., 29 dec. 1808 – Carter Station, Tenn., 31 juli 1875), Amerikaans staatsman, was kleermaker. Van 1843 tot 1853 was hij lid van het Congres, van 1853 tot 1857 gouverneur van Tennessee, van 1857 tot 1862 senator. Hij was de enige senator uit het zuiden die in 1861 tijdens de Burgeroorlog trouw bleef aan de Unie en werd dan ook, toen Tennessee door de troepen van het noorden bezet was (maart 1862), benoemd tot militair gouverneur. In 1864 werd hij kandidaat voor het vice-presidentschap, omdat Lincoln het eenheidskarakter van zijn partij wilde beklemtonen en daarom een kandidaat uit het zuiden nodig had.

Door Lincolns dood (15 maart 1865) werd Johnson president. Hij probeerde Lincolns verzoeningspolitiek jegens het zuiden door te voeren, maar was niet opgewassen tegen het door de radicale Republikeinen beheerste Congres. Toen Johnson in 1867 de minister van Oorlog, Stanton, ontsloeg, wat in strijd was met een juist aangenomen wet (Tenure-of-Office-Act), werd hij in staat van beschuldiging gesteld door het Congres, dat die wet met het oog op een mogelijk impeachment had aangenomen. De procedure van impeachment werd tegen hem in werking gesteld. Daar de stemverhouding in de Senaat niet de benodigde tweederde meerderheid opleverde (maar 35–19 was), ontsnapte Johnson op het nippertje aan veroordelingen en dus ontslag. Zijn regering was en bleef echter door de volslagen onenigheid met het Congres en de corruptieschandalen een mislukking. In 1874 werd hij weer verkozen tot senator.