Flag Pennsylvania

Keystone State

Inleiding

Pennsylvania (afk.: PA of Penn.), staat van de Verenigde Staten van Amerika, 117.412 km2, met 11,9 miljoen inw.; hoofdstad: Harrisburg.

Fysische Geografie

Pennsylvania behoort geheel tot de Appalachen. Midden door Pennsylvania loopt een hoge, steile rand, het begin van het Alleghenyplateau, dat het westelijk deel van de staat vormt. De oostelijke grensrivier, de Delaware, heeft enkele belangrijke westelijke zijrivieren, de Schuylkill en de Lehigh. Ten westen van Alleghenyfront verzamelen de rivieren Monongahela, Youghiogheny en Allegheny zich bij Pittsburgh tot de Ohio. Het midden van de staat watert af op de Susquehanna River en zijn zijrivieren. De meer dan 300 meren zijn merendeels klein van omvang. Grotere stuwmeren zijn o.a. Pymatuning Reservoir, Lake Wallenpaupack en het Allegheny Reservoir. De staat grenst in het noordwesten aan het Eriemeer. Er heerst in Pennsylvania een landklimaat; door de invloed van de oceaan zijn de winters echter niet zeer streng.

Bevolking

De gemiddelde bevolkingsdichtheid bedraagt 100 inw. per km2. Van de bevolking woont ongeveer 69% in de stedelijke gebieden. De grootste steden zijn Philadelphia en Pittsburgh.

Economie

Pennsylvania is een van de belangrijkste industrie- en mijnbouwstaten. De industrie produceert van oudsher vooral ijzer en staal. Van recente datum is de opkomst van de productie van technologisch hoogwaardige apparatuur; voorts productie van o.m. elektrische apparaten, levensmiddelen en machines. De staat is een van de grootste antracietproducenten en de tweede steenkoolproducent van de Verenigde Staten; voorts is er o.a. aardolie- en aardgaswinning. De voornaamste akkerbouwgewassen zijn tabak, paddenstoelen, wintertarwe, haver, boekweit, maïs, aardappelen en fruit (perziken, kersen, druiven). De veehouderij betreft vooral rund- en pluimvee.

Bezienswaardigheden

Toeristen bezoeken in Pennsylvania vooral de Pocono Mountains, de Alleghenies en het Eriemeer in het noordwesten. Van historisch belang zijn o.m. het Independence National Historical Park in Philadelphia, Valley Forge National Historical Park en Gettysburg National Military Park. Bezienswaardig zijn voorts de steden Pittsburgh en Philadelphia en het Pennsylvania Dutch Country, waar nazaten van Duitse en Zwitserse immigranten (m.n. de Amish) de levenswijze van hun voorouders instand houden.

Geschiedenis

Zweden en Nederlanders waren de eersten die zich vestigden aan de westzijde van de Delaware (Fort Christina 1638, veroverd door de Nederlanders 1655). In 1664 werd het gebied Brits. In 1681 kreeg William Penn een charter voor het gebied. De door Penn ontworpen grondwet (Charter of privileges, 1701) bleef tot de Amerikaanse Vrijheidsoorlog de officiële grondslag van het bestuur. De kolonie kwam tot grote bloei door de immigratie van Duitsers en Schotse-Ieren. De door Penn en andere Quakers voorgestane politiek van vreedzaamheid tegenover de Indianen werd niet door alle migranten gedeeld. De Indianen zochten daarop steun bij de Fransen. Dezen werden echter verdreven en de Indianen leden een bloedige nederlaag toen zij in 1763 onder Pontiac in opstand kwamen (Slag bij Bushy Run). Over de begrenzing van Penns land ontstonden vele conflicten, vooral met Maryland. In de Amerikaanse Vrijheidsoorlog speelde Pennsylvania aanvankelijk een geringe rol door de invloed van de Quakerpacifisten, al waren er in de kolonie ook vooraanstaande aanhangers van de opstand, zoals Benjamin Franklin en John Dickinson. In 1776 werd in Philadelphia de vergadering van het Continentale Congres gehouden die de onafhankelijkheid uitriep. Verschillende slagen werden in 1777 in Pennsylvania geleverd (Brandywine, Paoli, Fort Mifflin, Germantown). De onafhankelijkheid betekende het einde van het eigendomsrecht van de familie Penn. Pennsylvania trad in 1787 als tweede staat toe tot de Unie. In Pennsylvania was het sentiment tegen de slavernij over het algemeen zeer sterk en de staat had dan ook een belangrijk aandeel in de noordelijke krachtsinspanning in de Amerikaanse Burgeroorlog.

Na de Burgeroorlog werd Pennsylvania door de opkomst van de ijzer- en staalindustrie een zeer belangrijke industriële staat, die ook vele migranten aantrok. In de politiek hebben deze veranderingen geleid tot het verdwijnen van het sinds de Burgeroorlog bestaande republikeinse overwicht.