Inleiding
North Dakota (afk.: ND of N.Dak.), staat van de Verenigde Staten van Amerika, 183.022 km2, met 639.000 inw.; hoofdstad: Bismarck.
Fysische Geografie
North Dakota valt gedeeltelijk binnen de Great Plains, de hoogvlakte die zich uitstrekt tussen de Missouri en de Rocky Mountains. Het oosten van de staat, destijds onderdeel van het Agassizmeer, is bedekt met grasvlakten, die naar het westen toe overgaan in de Missouri Coteau, een steile helling (90-180 m), en vervolgens in het steppelandschap van de Great Plains, dat zich tot ver in Montana uitstrekt. Het dal van de Red River, in het oosten, vormt het laagste deel van de staat (laagste punt 241 m). In het barre, onvruchtbare zuidwesten (Badlands) bevinden zich grillige bergformaties. Hier ligt het hoogste punt van de staat, White Butte (1069 m). De Red River of the North, die deels de grens met Minnesota vormt, neemt in North Dakota de Sheyenne en de Souris River op. De Missouri ontwatert met haar talrijke zijrivieren het grootste deel van het zuiden en het westen van de staat. Talrijke meren en meertjes (prairie lakes) liggen, met uitzondering van het zuidwesten, over de gehele staat verspreid. Een enorm kunstmatig meer bevindt zich in het westen van de staat: Lake Sakakawea (1580 km2), achter de Garrisondam in de Missouri. North Dakota heeft een uitgesproken landklimaat, met een geringe gemiddelde hoeveelheid jaarlijkse neerslag (390 mm). Tornado’s komen vrij regelmatig voor.
Bevolking
De gemiddelde bevolkingsdichtheid bedraagt 3,5 inw. per km2. Van de bevolking woont ongeveer 53% in de stedelijke gebieden. De grootste steden zijn Fargo (74.000 inw.), Grand Forks en Bismarck.
Economie
De landbouw levert de grootste bijdrage aan de productie van de staat. North Dakota is de voornaamste producent van gerst, vlaszaad en lentetarwe van de Verenigde Staten. Andere producten zijn suikerbieten, sojabonen, zonnebloemen, lijnzaad, aardappelen, hooi, haver en maïs. De belangrijke veeteelt omvat vooral rundvee en varkens. De staat is bijzonder rijk aan mineralen. De enorme bruinkoollagen in het westen van de staat worden geschat op 350 miljard ton. Van aanzienlijk groter belang zijn de aardolie- en aardgasreserves in het noorden en het zuidwesten van de staat; de winning hiervan is goed voor tweederde van de totale delfstoffenproductie. Voorts produceert North Dakota steen, zand, grind en zout. Slechts een klein gedeelte van de beroepsbevolking werkt in de industriële sector. Tot de belangrijkste producten behoren voedingsmiddelen, (landbouw)machines en petrochemische producten. Voorts grafische industrie.
Bezienswaardigheden
In het zuidwesten van de staat ligt in de Badlands het Theodore Roosevelt National Park (1978; 28509 ha), met behalve schitterend natuurschoon ook de voormalige boerderij van Theodore Roosevelt, de Elkhorn Ranch. Historische lokaties herinneren aan de Indianen die het gebied bewoonden (o.m. Knife River Indian Villages National Historic Site) en aan de pionierstijd (o.m. Frontier Village en Bonanzaville USA).
Geschiedenis
In 1738 drong Pierre de la Vérendrye als eerste blanke in dit gebied door. Op het einde van de 18de eeuw volgden enkele Engelsen, in dienst van de Hudson Bay Company. Lewis en Clark overwinterden in 1804/1805 bij de Mandan-Indianen aan de bovenloop van de Missouri. In 1818 werd de grens tussen het Amerikaanse en het Engelse gebied vastgesteld en werd North Dakota georganiseerd als territorium, in 1889 werd het aanvaard als 39ste staat van de Unie. De tegenstand van pelsjagers en Indianen had de kolonisatie lange tijd opgehouden; pas na de Burgeroorlog begon een zekere immigratie. De bepalingen in de zgn. Homestead Act leidden ertoe dat vooral in de periode 1875–1890 veel boeren zich in de staat vestigden. De economie had veel te lijden van de Grote Depressie in de jaren dertig van de 20ste eeuw, maar herstelde zich tijdens en na de Tweede Wereldoorlog. Een belangrijke impuls was de olie- en gaswinning, die begon in de jaren vijftig maar vooral als gevolg van de oliecrisis (1973) tot ontwikkeling kwam. North Dakota leed zware schade tijdens de overstromingen in 1993.