Flag Minnesota

North Star State

Inleiding

Minnesota (afk.: MN of Minn.), staat van de Verenigde Staten van Amerika, begrensd door Canada (noordgrens) en de staten Wisconsin (oostgrens), Iowa (zuidgrens) en South Dakota en North Dakota (westgrens), 217.736 km2, met 4,3 miljoen inw.; hoofdstad: Saint Paul.

Fysische Geografie

Minnesota bestaat grotendeels uit vlak prairieland; het noordoostelijke deel van de staat ligt in het Superior Upland (een zuidelijke uitloper van het Canadese Schild), met een gemiddelde hoogte van 535 m. Het landschap is sterk beïnvloed door de vier ijskappen die de staat gedurende het Pleistoceen vrijwel geheel hebben bedekt. De staat telt meer dan 20.000 meren, vooral in het noorden (de grotere) en midden. Red Lake is het grootste meer. Ca. 5700 km2 van het Bovenmeer ligt binnen de staatsgrenzen. De Mississippi en zijn zijrivieren (voornaamste bevaarbare: de 530 km lange Minnesota in het zuiden en de St. Croix langs de oostgrens) zorgen voor de afwatering van het grootste deel van de staat. Watervallen en stroomversnellingen leveren hydro-elektrische energie. Minnesota heeft een continentaal klimaat, gekenmerkt door het regelmatig voorkomen van cyclonale winden.

Bevolking

De gemiddelde bevolkingsdichtheid bedraagt 19 inw. per km2. Ongeveer 70% van de totale bevolking leeft in de steden. De grootste steden zijn Minneapolis, Saint Paul en Duluth.

Economie

Hoewel de industrie tegenwoordig de belangrijkste bron van inkomsten is, is de landbouw nog steeds een zeer belangrijke activiteit. De veeteelt (m.n. teelt van melk-, rund- en pluimvee en varkens) is de grootste agrarische sector. Verder is de staat een van de grootste producenten van haver van de Verenigde Staten en neemt zij een vooraanstaande positie in in de productie van (zomer)tarwe, maïs, gerst, sojabonen, suikerbieten, hooi en zonnebloempitten. Minnesota levert meer dan de helft van de ijzerertsproductie van de Verenigde Staten. De belangrijkste industrieproducten zijn levensmiddelen, kantoorartikelen, papier, electronica en computers; voorts productie van elektrische apparaten, chemische en kunststofproducten; grafische industrie en uitgeverij. Het toerisme is tevens van aanzienlijk belang voor de economie.

Bezienswaardigheden

Toeristen komen vooral voor de sportvisserij, de jacht en de watersport. Het populairste gebied ligt in het noordoosten: Boundary Waters Canoe Area, Superior National Forest en Voyageurs National Park (1975; 882,3 km3). Een prachtige toeristische route loopt van Duluth naar Grand Portage in het uiterste noord oosten, waar een nationaal monument herinnert aan de 18de-eeuwse bonthandel aldaar. Het Pipestone National Monument in het zuidwesten belicht de cultuur van de Indianen die het gebied bewoonden en Fort Snelling (ca. 1820), die van de blanken die het verkenden.

Geschiedenis

Franse ontdekkingsreizigers drongen in de 17de eeuw dit gebied binnen en stichtten in de 18de eeuw de eerste forten. Het oosten van het gebied behoorde bij Frans Canada en kwam dus in 1763 aan Engeland en in 1783 aan de Verenigde Staten, het westen, over de Mississippi, was een deel van het Louisiana-territorium en kwam in 1803 onder Amerikaanse vlag. In het oosten woonde de Indiaanse stam der Chippewa, in het westen die der Sioux, welke stammen voortdurend strijd voerden. Het eerste Amerikaanse fort, Fort Snelling, werd gebouwd door de ontdekkingsreiziger Zebulon Pike, en van daaruit werd het land verder geëxploreerd door bekende reizigers als Lewis Cass, Stephen Long en de etnoloog Henry Schoolcraft, die het Itascameer, de oorsprong van de Mississippi, ontdekte in 1832. In 1849 werd het Minnesota-territorium georganiseerd, in 1858 werd Minnesota de 32ste staat van de Unie. Na de Amerikaanse Burgeroorlog bloeide de staat sterk op als een belangrijk agrarisch gebied, politiek beheerst door de Republikeinse partij tot aan de tijd dat F.D. Roosevelt president werd; toen kregen de Democraten er het overwicht. Na de Tweede Wereldoorlog volgde een krachtige economische ontwikkeling (mijnbouw, industrie, toerisme). De landbouw had zwaar te lijden van de overstromingen die in 1993 het middenwesten troffen.