Flag Maine

Pine Tree State

Inleiding

Maine (afk.: ME of Me), staat van de Verenigde Staten van Amerika, 86.027 km2, met 1,2 miljoen inw.; hoofdstad: Augusta.

Fysische Geografie

Maine maakt deel uit van de Appalachen. Er zijn drie streken te onderscheiden: a. De kuststrook is sterk geleed met vele schiereilanden; voor de kust liggen meer dan 1300 eilanden. (De naam Maine is afgeleid van het Engels mainland [= vasteland], ter onderscheiding van de eilanden.) Ten zuiden van Portland liggen zandstranden. b. Het New England Upland ten noorden van de kuststreek wordt gekenmerkt door vlak land, met honderden meren, rivieren en beekjes. c. Het ten westen daarvan gelegen White-Mountaingebied strekt zich uit van noordelijk centraal Maine naar het zuidwesten (hoogste punt Mount Katahdin, 1570 m) tot in New Hampshire. Het deel van dit gebied dat binnen de staat Maine ligt, heet sinds 1958 officieel Longfellow Mountains. Van de toppen van de Longfellow Mountains stromen zeven grote riviersystemen naar de Atlantische Oceaan: Piscataqua, Saco, Androscoggin, Kennebec, Penobscot, St. Croix, St. John. Het klimaat is onderhevig aan belangrijke lokale verschillen. Ten gevolge van de matigende invloed van de Atlantische Oceaan zijn de winters aan de kust meestal zachter dan in het hoogland en de bergen. De neerslag is hoog (gemiddeld ongeveer 1045 mm per jaar) en valt voor een belangrijk deel in de vorm van sneeuw.

Bevolking

De gemiddelde bevolkingsdichtheid bedraagt 13 inw. per km2. Van de bevolking woont ongeveer 45% in de steden. De enige steden van formaat zijn Portland en Lewiston.

Economie

Hoofdsector van de economie is de industrie, waarvan de houtindustrie (vooral papier) de belangrijkste bedrijfstak is. De grondstof levert de staat zelf: bijna 80% van Maine is met bos bedekt. Andere belangrijke industrieproducten zijn levensmiddelen, lederwaren (schoenen), textiel, meubelen, kleding, chemische producten, keramiek, sieraden; voorts scheepsbouw en grafische industrie (uitgeverijen). Naast de industrie is de dienstverlenende sector (incl. toerisme) van groot belang. De landbouw produceert vooral aardappelen, en daarnaast braadkuikens, eieren en zuivelproducten. Veeteelt (rundvee, varkens). Aanzienlijke visserij (m.n. kreeft, voorts haring, garnalen, mosselachtigen). De mijnbouw levert vnl. graniet.

Bezienswaardigheden

Met zijn rijkdom aan meren, bergen en bossen, nationale recreatiegebieden, het Acadia National Park en de vele toeristische mogelijkheden aan de kust trekt Maine jaarlijks ruim vier miljoen vakantiegangers. Centra zijn o.m. Boothbay Harbor en, op Mount Desert Island, Bar Harbor.

Geschiedenis

Maine werd voor het eerst door blanken bereikt in 1498 (Sebastiano Caboto). De Fransen bivakkeerden op St.-Croix Island in 1604–1605. Na een mislukte eerste kolonisatiepoging in 1607 deden de Engelsen in 1616 een tweede poging; in 1622 verwierf Sir Ferdinando Gorges rechten op het gebied en zijn familie behield deze tot 1677, toen Massachusetts van de erfgenamen alle belangen overnam. De schaarse nederzettingen die er toen al waren, hadden zeer te lijden gehad van King Philip’s War in 1675–1676 en werden ook daarna lange tijd bedreigd door de Indianen, die steun uit Canada ontvingen. Pas toen Canada in 1763 in Engelse handen overging, kon het gebied opbloeien. Het had een actief aandeel aan de Amerikaanse revolutie. In 1820 werd Maine als een aparte staat afgescheiden van Massachusetts en als 23ste staat toegelaten tot de Unie. De grens tussen het gebied en Canada was sinds 1783 inzet van twisten tussen de Verenigde Staten en Groot-Brittannië. Nadat in 1829 een arbitrale uitspraak van de Nederlandse koning Willem I genegeerd was, dreigde in 1839 zelfs oorlog. In 1842 werd het geschil door een verdrag beslist. Sinds de Amerikaanse Burgeroorlog heeft de Republikeinse Partij er bijna steeds gedomineerd. Na de jaren vijftig van de 20ste eeuw kwam daar, dankzij het optreden van de uit Maine afkomstige Democraat E.S. Muskie, enige verandering in.