In de periode 1865 tot 1877 vond op landelijk niveau het herstel van de Unie in Washington en op regionaal niveau het herstel van het door de oorlog geteisterde Zuiden plaats. Het humanitaire elan dat de Republikeinen na de oorlog wel bezielde, zakte al spoedig weg. Zoals zo vaak na een oorlog moesten de idealen wijken voor de materiële belangen. De zucht naar expansie en winst ging meer en meer domineren. Geobsedeerd door hun industriële ontwikkeling konden de machthebbers zich niet langer bekommeren om het Zuiden; in 1877 trokken ze de laatste troepen daar terug en lieten het gebied aan zichzelf over en daarmee de negers aan de willekeur van de blanken. Weldra wisten de zuiderlingen door segregatie en ontneming van het kiesrecht de negers terug te voeren tot een staat van semi-slavernij, en het Noorden, zelf gevangen in materialisme en imperialisme met duidelijk racistische elementen, liet dat allemaal toe.