Flag Texas

Lone Star State

Inleiding

Texas (afk.: TX of Tex.), staat van de Verenigde Staten van Amerika, 692.407 km2, met 17 miljoen inw.; hoofdstad: Austin.

Fysische Geografie

Texas bestaat uit drie vlakten, die terrasvormig naar het westen toe oplopen. Evenwijdig aan de sterk gelede kust bevindt zich de ca. 250 km brede kustvlakte. De rivieren hebben diepe baaien gevormd. Voor de kust liggen langgerekte zandbanken waarachter uitgestrekte lagunen zijn ontstaan. Naar het westen toe wordt de kustvlakte afgesloten door de Blacklands, een rijk agrarisch gebied, waarachter zich als begin van het prairiegebied van de Great Plains het Balcones Escarpment verheft (200 tot 900 m), waarvan het middendeel bestaat uit de Llano Estacado of Staked Plains, een droog steppegebied, deels met woestijnkarakter, dat tot 1500 m oploopt. Het westelijk deel, Trans-Pecos-Texas, is een ruwe hoogvlakte. Hier verheffen zich de uitlopers van de Rocky Mountains, met Guadalupe Peak (2667 m, het hoogste punt van de staat). De noordelijke grensrivier Red River, waarin bij Denison het grote stuwmeer Lake Texoma (ca. 450 km2) ligt, is een zijrivier van de Mississippi. Vrijwel alle andere rivieren stromen rechtstreeks naar de Golf van Mexico; van oost naar west zijn de belangrijkste: Sabine, Brazos, Colorado en de 3030 km lange Rio Grande met haar linkerzijrivier de Pecos. De klimaatverschillen zijn in deze uitgestrekte staat zeer groot. Het zuidoosten is subtropisch, het noordwesten heeft een landklimaat. De staat heeft veel te lijden van wervelstormen en in de winter van koude noordenwinden, the Northers. De meeste regen valt in het zomerhalfjaar, maar door de sterke verdamping is Texas erg droog.

Bevolking

De gemiddelde bevolkingsdichtheid bedraagt 24 inw. per km2. Van de bevolking woont ongeveer 80% in de stedelijke gebieden. Meer dan een kwart van de bevolking is van Spaanstalige (Mexicaanse) achtergrond. De grootste steden zijn Houston, Dallas, San Antonio, Fort Worth, El Paso en Austin.

Economie

Texas is de belangrijkste mijnbouwstaat van de Verenigde Staten (aardolie, aardgas, voorts cement, zout, helium, gips), maar tevens een van de belangrijkste agrarische staten. De belangrijkste gewassen zijn katoen, granen en sorghum; verder o.m. pecan- en grondnoten en fruit. De veestapel omvat rundvee (grootste aantal van de Verenigde Staten), schapen en varkens. Sedert 1930 is de industrie in Texas zeer sterk gegroeid. Het belangrijkst is de verwerking van mineralen (aardolieraffinage) en agrarische producten (vleesconserven). Van betekenis zijn voorts de productie van chemische producten (o.m. synthetisch rubber), de voedingsmiddelenindustrie, de fabricage van transportmateriaal (vooral lucht- en ruimtevaart) en machinerieën, drukkerijen en uitgeverijen. De belangrijkste industriële centra zijn Dallas en Houston.

Bezienswaardigheden

De staat telt vele natuurmonumenten, waaronder Big Bend National Park, Guadalupe Mountains National Park, Padre Island National Seashore, Caddo Lake State Park, Muleshoe National Wildlife Refuge en Longhorn Cavern State Park. Er is een aantal goed geconserveerde c.q. gerestaureerde 18de-eeuwse missieposten, vooral in en rond San Antonio.

Geschiedenis

Reeds in 1519 verkende de Spanjaard Alonso de Pineda de kust van Florida tot Mexico. Het gebied werd een Spaanse provincie, maar van kolonisatie was nauwelijks sprake, daar het land kaal en droog was en er een voortdurende bedreiging bestond van de zijde van Indianenstammen. Pas in de 19de eeuw was er sprake van werkelijke veranderingen. In 1821 kreeg de Amerikaanse kolonistenleider Moses Austin een charter van de voorlopige Spaans-Mexicaanse regering om tweehonderd gezinnen naar Texas te halen. In 1825 stelde het inmiddels zelfstandig geworden Mexico het gebied geheel open voor kolonisatie; de Amerikanen stroomden nu toe. Sedert 1830 belemmerde de Mexicaanse regering de immigratie en trachtte zij de slavernij af te schaffen. Dit leidde tot schermutselingen met de kolonisten. Na in 1835 een aantal nederlagen geleden te hebben, slaagden de kolonisten onder leiding van Sam Houston erin de Mexicaanse dictator Santa Ana een beslissende nederlaag toe te brengen in de Slag bij San Jacinto (21 april 1836). De kolonisten riepen nu de onafhankelijke republiek Texas uit, waarvan Houston op 22 okt. 1836 de eerste president werd. De Verenigde Staten erkenden de nieuwe republiek direct. Daar Texas pro-slavernij was, verhinderde het Noorden van de Verenigde Staten de door Texas gewenste aansluiting. Pas op 1 maart 1845 slaagden de toenmalige president van Texas, Anson Jones, en de Amerikaanse president Tyler erin de annexatie door te drijven. Texas werd direct als staat (de 28ste) in de Unie opgenomen, dwz. het kreeg niet eerst de gebruikelijke territoriale status. Voorts werd bepaald dat slavernij in Texas was toegestaan. Als uitvloeisel van de annexatie brak in 1846 tussen Mexico en de Verenigde Staten de oorlog uit.

In de nieuwe staat herkreeg Houston aanvankelijk de leiding. Tegen zijn wens koos Texas in 1861 voor de zuidelijke staten en de afscheiding. Na de Burgeroorlog bleef Texas tot 1870 bezet en behield het tot 1874 een bewind van ‘carpetbaggers’. Met deze term duidden de Texanen de mensen uit het noorden aan die met hun hele bezit in een enkele tas (carpetbag) aankwamen. In de laatste decennia van de 19de eeuw beleefde Texas een grote opbloei door de veeteelt, later vooral ook door de boringen naar aardolie. De massa van de bevolking leefde echter in armoede. De Populisten verwierven dan ook een sterke aanhang. Het feit dat de arme blanken aan de macht kwamen, leidde in het begin van de 20ste eeuw tot zekere hervormingen, maar tevens tot een verdere achteruitzetting van de zwarte bevolking (segregatiemaatregelen; heropleving van de Ku Klux Klan ca. 1920). Schilderachtige, corrupte figuren beheersten veelal het politieke toneel. Toch was het beeld niet alleen somber. Hervormingen kwamen tot stand en Roosevelts New Deal wekte naast veel verzet ook veel bewondering. Dat Texas niet enkel een staat in het diepe zuiden van de Verenigde Staten is, maar ook een staat in het westen met een meer liberale traditie, bleek vooral na 1954. De integratie van de zwarten in de scholen verliep er met aanzienlijk minder conflicten dan in het overige zuiden.